2 Samuel 5:19

SVZo vraagde David den HEERE, zeggende: Zal ik optrekken tegen de Filistijnen? Zult Gij ze in mijn hand geven? En de HEERE zeide tot David: Trek op, want Ik zal de Filistijnen zekerlijk in uw hand geven.
WLCוַיִּשְׁאַ֨ל דָּוִ֤ד בַּֽיהוָה֙ לֵאמֹ֔ר הַאֶֽעֱלֶה֙ אֶל־פְּלִשְׁתִּ֔ים הֲתִתְּנֵ֖ם בְּיָדִ֑י וַיֹּ֨אמֶר יְהוָ֤ה אֶל־דָּוִד֙ עֲלֵ֔ה כִּֽי־נָתֹ֥ן אֶתֵּ֛ן אֶת־הַפְּלִשְׁתִּ֖ים בְּיָדֶֽךָ׃
Trans.wayyišə’al dāwiḏ baJHWH lē’mōr ha’e‘ĕleh ’el-pəlišətîm hăṯitənēm bəyāḏî wayyō’mer JHWH ’el-dāwiḏ ‘ălēh kî-nāṯōn ’etēn ’eṯ-hapəlišətîm bəyāḏeḵā:

Algemeen

Zie ook: David (koning), Filistijnen, Hand (lichaamsdeel)

Aantekeningen

Zo vraagde David den HEERE, zeggende: Zal ik optrekken tegen de Filistijnen? Zult Gij ze in mijn hand geven? En de HEERE zeide tot David: Trek op, want Ik zal de Filistijnen zekerlijk in uw hand geven.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּשְׁאַ֨ל

Zo vraagde

דָּוִ֤ד

David

בַּֽ

den HEERE

יהוָה֙

En de HEERE

לֵ

-

אמֹ֔ר

zeggende

הַ

-

אֶֽעֱלֶה֙

Zal ik optrekken

אֶל־

tegen

פְּלִשְׁתִּ֔ים

de Filistijnen

הֲ

-

תִתְּנֵ֖ם

geven

בְּ

-

יָדִ֑י

Zult Gij ze in mijn hand

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

zeide

יְהוָ֤ה

-

אֶל־

tot

דָּוִד֙

David

עֲלֵ֔ה

Trek op

כִּֽי־

want

נָתֹ֥ן

zekerlijk

אֶתֵּ֛ן

geven

אֶת־

-

הַ

-

פְּלִשְׁתִּ֖ים

Ik zal de Filistijnen

בְּ

-

יָדֶֽךָ

in uw hand


Zo vraagde David den HEERE, zeggende: Zal ik optrekken tegen de Filistijnen? Zult Gij ze in mijn hand geven? En de HEERE zeide tot David: Trek op, want Ik zal de Filistijnen zekerlijk in uw hand geven.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!